Welkom op de website van organisatieontwikkeling

visie


kijkend naar organisaties zie ik...
denkend over het ontwikkelen van organisaties vind ik...

…… dat een organisatie primair bestaat uit menselijke interacties. Sterker, een organisatie functioneert slechts bij de gratie van deze interacties. Interacties tussen autonome individuen die zich elk op hun eigen wijze verbonden weten met het maatschappelijke bestaansrecht van het collectief, de organisatie. In de interacties vindt de betekenis- en de zingeving plaats. De rol van de leiders is om het speelveld van de organisatie in de samenleving –dynamisch- te definiëren, de interacties daarbinnen te faciliteren en de betekenisgeving van de interacties te voeden met het bestaansrecht en de codes van de organisatie. ‘Missie’ en ‘organisatiewaarden’ dus als basis voor de interactie in een organisatie.



De ontwikkelingen in en rond organisaties vergroten niet alleen het belang van de cultuur van een organisatie, het leiderschap of de diversiteit in ordening en aansturing. Naast de ‘harde’ aspecten, de structuren, procedures of de middelen van een organisatie, vergen deze ontwikkelingen ruimte voor aspecten van een andere orde. Meer ruimte bijvoorbeeld voor reflectie naast prescriptie, voor vrijheid naast ordening, voor ‘spel’ naast resultaat of voor beeld naast woord. En als het om het individu in de organisatie gaat: meer ruimte voor intuïtie naast ratio, ervaren naast handelen, expressie naast registratie of narrigheid naast rekenschap. Meer ruimte dus voor de rechter hersenhelft naast de linker. In het spanningsveld, in de wisselwerking tussen de dualiteiten gedijt de eigentijdse organisatie. In de wrijving ontstaat de glans. 



Een dergelijke omgeving biedt de individuele medewerker net zo veel als zij van hem vraagt. Namelijk dat deze binnen het kader en de codes van de organisatie en onverlet harde en soms gedetailleerde afspraken, in relatief grote vrijheid steeds opnieuw zijn weg uitzet vanuit de volle breedte van diens eigen zijn. Dit vraagt meer dan het zich houden aan formele afspraken. Het vergt niet alleen dat wat de individuele medewerker beweegt moet sporen met de waarden van de organisatie. Het betekent ook dat hij voldoende moet zijn aangesloten op zijn bronnen en op wat hem beweegt. Ont-wikkeling en onbevangenheid als verworvenheden van de medewerker voor bezieling in een organisatie.